Pedagogisch Werk

Crebocode 25486 Leerweg BOL Niveau 3

Aanvullende informatie over jouw opleiding

Verklaring Omtrent gedrag (VOG)
Voor een stage in de kinderopvang of het basisonderwijs heb je een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nodig.
Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat je gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een bepaalde taak of functie in de samenleving.

Het formulier voor het aanvragen van een VOG kun je ontvangen bij het Servicepunt Deltion in OLF- 1-045. De aanvraag wordt gedaan op het gemeentehuis, de kosten bedragen ongeveer 40 euro.

Personenregister Kinderopvang
Studenten die in de kinderopvang stage lopen moeten opgenomen worden in het Personenregister kinderopvang van DUO, hiervoor heb je een recente VOG nodig.
Je wordt tijdens de opleiding geïnformeerd over het aanvragen van een VOG en het aanmelden voor het Personenregister Kinderopvang. De kosten bedragen ongeveer 15 euro.

Eigenschappen
Het beroep van pedagogisch werker houdt in dat je met kinderen, collega’s, ouders/verzorgers en anderen werkt. Deze personen kunnen uit alle lagen van de bevolking komen en allerlei culturele achtergronden hebben.
Het gaat om de volgende eigenschappen:

  • goed met kinderen/mensen om moeten kunnen gaan;

  • respect hebben;

  • betrouwbaar en geduldig zijn;

  • stevig in je schoenen staan en tal van andere eigenschappen hebben (of ontwikkelen) om geschikt te zijn voor het beroep;

  • initiatief nemen;

  • zelfstandig werken;

  • communicatief zijn;

  • plannen en organiseren;

  • sociaal zijn.

Tijdens de opleiding wordt duidelijk of je deze eigenschappen voldoende hebt ontwikkeld en dus geschikt bent voor het beroep.

Opbouw van de opleiding
Het eerste jaar van de opleiding Pedagogisch Werk is een basisjaar waarbij de klassen 3PW1 en 4PW1 grotendeels hetzelfde basisdeel volgen. De prestatie van een student kan aan het einde van het eerste jaar aanleiding geven tot een advies voor het wisselen van niveau. Het docententeam neemt tijdens de overgangsvergadering hierover de beslissing.

E isen met betrekking tot een studieadvies*­
Om toegelaten te worden tot een volgend leerjaar moet je aan de volgende voortgangseisen voldoen.

  • Ontwikkelingsgerichte toetsing 85% voldoende

  • Voorwaardelijk ontwikkelingsgerichte toetsing per leerjaar 100% voldoende

  • Presentie tijdens de lessen (90%)

  • Praktijkexamens per leerjaar voldoende

  • BPV voldoende

  • Generieke vakken voldoende voortgang

    * De docentenvergadering neemt de uiteindelijke beslissing en kan hiervan afwijken.

Positief studieadvies:
Voldoet de student aan bovenstaande eisen dan krijgt de student aan het einde van het eerste jaar een positief studieadvies.

Negatief studieadvies:
Voldoet een student grotendeels aan bovenstaande eisen dan krijgt de student een negatief studieadvies. Er worden afspraken gemaakt hoe en wanneer de achterstanden in te halen. De student gaat voorwaardelijk over.

Bindend negatief studieadvies:
Als de student in gebreke blijft bij het inhaalprogramma wordt de student een jaar teruggezet of kan het negatieve studieadvies omgezet worden in een bindend negatief studieadvies. Bij een bindend negatief studieadvies stop je met de opleiding

T oelichting op de eisen:

Ontwikkelingsgerichte Toetsing­
Je cijfers en beoordelingen worden bijgehouden in RIS (Resultaten Invoer Systeem). Je kunt in RIS terugvinden welke ontwikkelingsgerichte toetsen er bestaan. Per leerjaar zijn 85% van de ontwikkelingsgerichte beoordelingen met minimaal een voldoende afgerond.

Voorwaardelijk Ontwikkelingsgerichte Toetsing (VOT) 
Je volgt een onderwijsprogramma dat je voorbereidt op de praktijkexamens. Daarvoor maak je toetsen en opdrachten, sommige toetsen en opdrachten zijn zo fundamenteel voor je ontwikkeling dat ze “Voorwaardelijk Ontwikkelingsgericht” zijn. Dit betekent dat je deze VOT’s met minimaal een voldoende moet afsluiten om aan een praktijkexamen te mogen deelnemen. Je kunt het overzicht van de VOT’s terugvinden in RIS.
Overgangseis: Per leerjaar zijn alle VOT’s met minimaal een voldoende beoordeeld.

Presentie
Minimaal 90% aanwezigheid tijden de lessen.

Praktijkexamens
In leerjaar 1 worden geen praktijkexamens afgenomen.
Overgangseis: Leerjaar 2 naar leerjaar 3: de praktijkexamens 'kind in beeld', 'ontwikkeling gestimuleerd' en 'van goed verzorgd naar zelfredzaam' zijn minimaal met een voldoende afgerond.

BPV
In leerjaar 1 en 2 wordt de BPV beoordeeld. Deze beoordelingen zijn ontwikkelingsgericht en zeggen iets over de geschiktheid van de student voor het beroep.
In leerjaar 3 wordt de BPV twee keer beoordeeld, in periode 3.2 en 3.4. Deze beoordelingen zijn kwalificerend en opgenomen in het examenplan. De uiteindelijke beoordeling kan onvoldoende, voldoende of goed zijn, zie onderstaande cesuur.

Periode 3.2

Periode 3.4

Eindbeoordeling BPV

O

O

O

V

O

O

G

O

O

O

V

V

O

G

V

V

V

V

G

V

V

V

G

G

G

G

G

Generieke vakken (Flankerend onderwijs)­
Je moet in leerjaar 1 voldoende voortgang en ontwikkeling hebben getoond voor de vakken Nederlands, rekenen, Engels en burgerschap om over te gaan naar het tweede leerjaar.

Opdrachten en toetsen inleveren/maken en herkansen*

Bijzondere lesweken
De laatste week van elke periode is een “bijzondere lesweek”, er zijn 4 periodes per jaar, dus 4 van deze “bijzondere lesweken”.
In deze weken worden toetsen afgenomen, opdrachten ingeleverd, projecten uitgevoerd e.d.
De data van deze weken zijn te vinden in het jaaroverzicht.

Herkansen
Als het niet gelukt is om de toets te maken, of de opdracht in te leveren tijdens de “bijzondere lesweek” kun je gebruik maken van de herkansing. De herkansingsweek is meestal 4 weken na de “bijzondere lesweek”, ook deze data zijn te vinden in het jaaroverzicht.

O ntwikkelingsgerichte toetsen:
Maximaal 1 herkansing per schooljaar per vak.
Voorwaardelijk ontwikkelingsgerichte toetsen: Maximaal 2 herkansingen per schooljaar
De tweede herkansing is tijdens de bijzondere lesweek van periode 4.

Het initiatief voor de herkansing ligt bij de student. Inleveropdrachten worden ingeleverd tijdens de herkansingsweek op maandag vóór 12.00 uur, toetsen worden in overleg met de docent gepland.

Niet inleveren telt ook als een kans, er wordt een X geregistreerd in RIS.

Indien noodzakelijk is het mogelijk een beperkt aantal onderdelen in het volgende jaar te herkansen.


* De docentenvergadering neemt de uiteindelijke beslissing en kan hiervan afwijken.