Tegelzetten (Tegelzetter)

Crebocode 25117 Leerweg BOL/BBL Niveau 2

Voorbereiding

We kennen 2 varianten waarin deze opleiding aangeboden wordt.

1. Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL)

Tijdens de opleiding combineer je leren en werken. Je gaat 1 dag per week naarschool en werkt 3 à 4 dagen per week bij een erkend leerbedrijf.

2. Beroeps Opleidende Leerweg (BOL)

Tijdens de opleiding combineer je leren met BPV (stagelopen) en je gaat 5 dagen naar school. Op school volg je theoretische lessen en oefen je praktische vaardigheden in de werkplaatsen van het Deltion College. De schoolperiode wordt afgewisseld met stageperioden die wisselend en flexibel ingevuld kunnen worden

Voor de BOL opleiding loop je stage (BPV). Hoe de stage wordt vormgegeven is afhankelijk van een aantal factoren zoals aanmeldingen en beschikbare stageplaatsen. Tijdens de stage worden de verschillende beroepstaken doorlopen.

Voor de BBL opleiding werk je 3 of 4 dagen per week bij een erkend leerbedrijf voor de praktijkopleiding. Ook hier worden de verschillende beroepstaken doorlopen. Je bent in dienst van een opleidingsbedrijf van bouwbedrijven of van een individueel (erkend) leerbedrijf.

De werkzaamheden die je bij een erkend bouw(leer)bedrijf uitvoert moet je bijhouden in de eerder genoemde trajectmap. In de trajectmap werk je regelmatig tekenopdrachten uit van de werkzaamheden die je onder begeleiding uitvoert.

Er worden in totaal 2 praktijktoetsen gedaan. Kijk voor een overzicht in het examenplan.

Trajectmap

De student toont de competentieontwikkeling onder meer aan door het afleggen van een Praktijktoets in het productieproces. De inhoud van de praktijktoets en het theorie-examen is omschreven in de trajectmap, in de handleiding voor de praktijkopleider en in de handleiding van het opleidingsteam en is gebaseerd op de inhoud van de onderliggende exameneenheden.

De praktijktoets wordt zelfstandig uitgevoerd. De kandidaat legt de praktijktoets individueel af, tenzij de aard van de praktijktoets uitvoering in `teamverband`noodzakelijk maakt.

In de trajectmap zijn per beoordelingseenheid voorbeelden van praktijktoets opgenomen.

Per toets is aangegeven (beroepstaken) welke competenties worden beoordeeld en op welk deel van de competentie de nadruk ligt.

De onderlinge volgorde van de toetsen is afhankelijk van het persoonlijk opleidingsplan van de student. De wijze waarop de aanmelding van de toets plaats moet vinden is in de trajectmap aangegeven. Ongeacht het vereiste beheersingsniveau bij een praktijktoets kan de competentieontwikkeling alleen met voldoende worden beoordeeld als ook de productkwaliteit aan de vereiste norm voldoet.

De trajectmap behandelt alles wat de student moet kennen en kunnen op zijn vakgebied, de beroepsvaardigheden en de sociale vaardigheden. De student zorgt dat hij deze map tijdens de praktijk en theorie bij zich heeft. In de trajectmap zitten weekstaten waarop de student de urenregistratie moet bijhouden van de gedane werkzaamheden en een korte omschrijving van deze werkzaamheden. Tevens wordt de periodieke beoordeling van het leerbedrijf en de school regelmatig ingevuld. Het voortgangsoverzicht wordt bijgehouden en ook hier worden de behaalde resultaten op ingevuld.