Operationele Techniek (Allround operationeel technicus)

Crebocode 25345 Leerweg BOL Niveau 4

Schema kerntaken en werkprocessen voor jouw opleiding

Zowel theoretisch als praktisch worden de werkprocessen "Bedienen en bewaken van installaties en processen" en "Onderhoud"getoetst.

Een werkproces beheers je pas als je genoeg weet, genoeg kunt én je op een passende manier gedraagt. Als er van je gezegd wordt dat je "competent" bent, betekent dat, dat je genoeg weet en kunt. Een competente scooterrijder weet wat alle verkeerstekens betekenen en hoe de regels in het verkeer zijn. Hij weet hoe hij zijn scooter moet starten, laten rijden en stoppen. Hij wéét dat niet alleen, hij kán het ook. Maar competent zijn betekent méér. Je bent pas competent als je ook doet wat er gedaan moet worden. De competente scooterrijder houdt zich aan de verkeersregels, is voorzichtig, ziet de gevaren voor zichzelf en voor anderen. En wat ook heel belangrijk is: je moet van alles tegelijkertijd kunnen!

De opstellers van de kwalificatiedossiers hebben een lijst opgesteld van alle competenties. Een paar voorbeelden (op de lijst staan er in totaal 25):

Bij deze competenties kun je je vast wel iets voorstellen! Hieronder zie je een lijst die een Allround Operationeel Technicus zou moeten beschikken.

De Allround Operationeel Technicus kan:

A. Beslissen en activiteiten initiëren;

B. Aansturen;

E. Samenwerken en overleggen;

J. Formuleren en rapporteren;

K. Vakdeskundigheid toepassen;

L. Materialen en middelen inzetten;

M. Analyseren;

Q. Plannen en organiseren;

R. Op de behoeften en verwachtingen van "de klant" richten;

S. Kwaliteit leveren;

T. Instructies en procedures opvolgen;

V. Met druk en tegenslag omgaan.

Werkprocessen en competenties

De volgende stap is: welke competenties moet je hebben om een werkproces te

beheersen? Dat wordt dus per werkproces een lijstje competenties. Een voorbeeld: bij

het werkproces "Voorbereiden eigen werkzaamheden" zijn dit de competenties:

▪ Samenwerken en overleggen: Afstemmen en proactief informeren.

▪ Vakdeskundigheid toepassen: vakspecifieke manuele vaardigheden

aanwenden en gevoel voor ruimte en richting tonen

▪ Plannen en organiseren: Tijd indelen

In de kwalificatiedossiers kun je ook nog lezen wat er bedoeld wordt. Bij: "afstemmen

en proactief informeren." bedoelen ze bijvoorbeeld dit:

De Allround Operationeel Technicus overlegt over de werkzaamheden, neemt actief

deel aan werkbesprekingen en leest de rapportages, zodat hij een beeld heeft van de

werksituatie en productiegegevens bekend zijn en hij weet wat hij moet gaan doen.

Lessen zoals je waarschijnlijk vanuit je vorige school gewend was komen niet zo vaak

meer voor in je opleiding. Ondersteunende theoretische lessen zullen nog af en toe

voorkomen maar wij verwachten van jou, als student, een grote mate van zelfstandig

werken waar dit mogelijk is. De leereenheden zijn opgebouwd uit een theoretisch

gedeelte en een praktisch gedeelte. Het theoretische gedeelte kan op verschillende

manieren worden aangeboden. Dat wil zeggen dat er soms een theorieles

aangeboden wordt, een andere keer is er een workshop en dan weer een cursus of praktijk.

Bij AOT komen verschillende manieren van "leren" naar voren:

▪ een practicum

▪ begeleide zelfstudie

▪ een workshop

▪ een cursus

▪ werkplekleren/ excursies

Daarnaast doe je een stukje van je studie bij het Deltion. Voor al deze mogelijkheden

gelden regels, die in dit hoofdstuk uitgelegd worden.

Practica

"Lassen" en "Procesbesturing" zijn voorbeelden van practica. In een practicum ben je

zelfstandig aan het werk onder begeleiding van een vakdocent. Je krijgt

praktijkopdrachten die staan vermeld in je leereenheid waar je op dat moment mee

bezig bent.

Een practicum wordt gedaan in een practicumruimte. Zo hebben we de "werkplaats"

in gebouw Zwart waar wij gebruik van maken.

Daarnaast zullen er excursies naar bedrijven worden georganiseerd.

De kerntaken van het basisdeel zijn:

De kerntaken uit het profieldeel zijn: