Algemene
informatie gids
(Junior) accountmanager
Crebocode 25132 Leerweg BOL Niveau 4
Schema kerntaken en werkprocessen voor jouw opleiding
Gedurende de opleiding krijg je les, ontwikkel je vaardigheden, pas je kennis toe en oefen je de vaardigheden in projecten en BPV (stage), zodat je uiteindelijk de kerntaken behorend bij het beroep kunt uitvoeren. De oefening van de kerntaken gebeurt in een hoger jaar opnieuw, maar dan op een hoger niveau.
De kerntaken van het beroep zijn:
Basisdeel
-
Onderzoekt de markt en doet voorstellen voor commercieel beleid;
-
Voert het verkooptraject uit;
-
Zorgt voor relatiebeheer en klantenservice.
Profieldeel
1. Voert het accountmanagement uit.
Kerntaken
Een kerntaak geeft een omschrijving van een hoofdtaak van het beroep. Met andere woorden, de kerntaken zijn de belangrijkste werkzaamheden van de Junior Accountmanager. Het grootste deel van de werktijd ben je daarmee bezig.
Werkprocessen
Een kerntaak is op haar beurt verdeeld in verscheidene activiteiten, de werkprocesen. Voorbeelden zijn:
- doet voorstellen voor verkoopbeleid, marketingbeleid en/of marktbewerking;
- onderhoudt klantencontact en voert aftersales uit.
Hieronder staat een opsomming van de kerntaken en werkprocessen van de opleiding.
Basisdeel
Kerntaak 1Onderzoekt de markt en doet voorstellen voor commercieel beleid
1.1 Verzamelt klant-, product-, en marktinformatie;
1.2 Doet voorstellen voor verkoopbeleid, marketingbeleid en/of marktbewerking.
Kerntaak 2Voert het verkooptrajct uit
2.1 Bereidt het verkooptraject voor;
2.2 Acquireert klanten en/of opdrachten;
2.3 Voert verkoopgesprekken;
2.4 Doet een aanbod met prijsberekenng;
2.5 Verzorgt het (interne) ordertraject.
Kerntaak 3Zorgt voor relatiebeheer en klantenservice
3.1 Onderhoudt klantcontact en voert aftersales uit ;
3.2 Behandelt klachten;
3.3 Voert promotieactiviteiten uit;
3.4 Voert webcare werkzaamheden uit.
Profieldeel:
Kerntaak Voert het accountmanagement uit
1.1 Voert accountanalyses uit ;
1.2 Stelt accountplannen op ;
1.3 Coördineert de uitvoering van accountplannen en stelt deze bij;
1.4 Evalueert de accountplannen en stelt verbeteringen voor;
1.5 Bouwt een netwerk op en onderhoudt dit.
Tijdens je opleiding vertellen de docenten jou wanneer welk onderdeel aan bod komt en wanneer dit getoetst wordt.