Maatschappelijke Zorg

Crebocode 23181 Leerweg BOL Niveau 3

Jouw beroep

Overal waar in deze studiegids 'zij' of 'haar' staat, wordt ook 'hij' of 'zijn' bedoeld.

Als je gaat werken in de maatschappelijke zorg ga je werken in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd. De doelgroep waarmee je straks als beroepskracht maatschappelijke zorg gaat werken is zeer divers, maar het werken met deze doelgroepen heeft ook overeenkomsten.
Van een professional in de maatschappelijke zorg (MZ) wordt verwacht dat je betrokken. empathisch, integer, assertief en representatief bent. Daarnaast ben je initiatiefrijk, hoffelijk, creatief en treed handelend op in complexe en soms weinig stabiele situaties. Je gaat professioneel om met jouw gevoelens en emoties bij weerstand, tegenslag en moeilijke situaties. Je geeft goed je grenzen aan, zowel naar de cliënten als naar jezelf. Je laat de regie bij de hulpvrager en zoekt afstemming bij informele en professionele netwerken van de cliënten.
Wij sluiten met het onderwijsprogramma zoveel mogelijk aan op de veranderende arbeidsmarkt. Een verandering is dat gehandicapten, ouderen en cliënten met een chronische aandoening steeds langer zelfstandig thuis wonen en dat ouder wordende cliënten steeds zorgafhankelijker worden. Dat betekent dat andere eisen worden gesteld aan de professional. Om daar als toekomstig professional aan te kunnen voldoen krijg je dan ook de gelegenheid om na het eerste jaar te kiezen of je een combi diploma wilt halen, maatschappelijke zorg/verzorgende-ig (VZ).
Om het beroep eigen te maken, ga je eerst alles leren wat bij de basis hoort. Daarna leer je in het profieldeel alles wat past bij het uitstroomprofiel. Deze staan hieronder beschreven.

Onderstaande afbeelding geeft schematisch weer waarvoor het team MZ de studenten inhoudelijk opleidt. Hierbij is onderscheidt gemaakt in wie, waar en wat:

  • Wie:voor welke doelgroep wordt de student opgeleid

  • Waar: de locatie/omgeving waar de zorg verleend wordt

  • Wat:het type zorg

Begeleider gehandicaptenzorg

Typerend voor de begeleider gehandicaptenzorg is, dat ze zorg en ondersteuning biedt aan mensen van alle leeftijden met verstandelijke, lichamelijke, zintuiglijke of meervoudige beperkingen. Zij heeft hierbij aandacht voor verschillende soorten problemen, namelijk:

  • problemen die het gevolg van een beperking of ziekte zijn;

  • problemen die door het leven zijn ontstaan maar die door de beperking of ziekte zijn vergroot;

  • problemen die het gevolg zijn van het leven van de betrokkenen.

De begeleider gehandicaptenzorg richt zich afhankelijk van de cliënt en de situatie op het leren leven met de beperking, het behouden of vergroten van de eigen regie, het zelfstandig functioneren, het bevorderen van het welbevinden (kwaliteit van leven) en/of het zo veel mogelijk voorkomen van ongemak.

Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De begeleider gehandicaptenzorg biedt zelfstandig en in teamverband zorg en ondersteuning in de gehandicaptenzorg. Ze is verantwoordelijk voor haar eigen 
werkzaamheden met betrekking tot verzorging, begeleiding en ondersteuning van de cliënt en voor het bekwaam uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. 
Ze maakt vaak deel uit van een (multidisciplinair) team dat als geheel betrokken is bij de ondersteuning van de cliënt of groep cliënten, maar werkt ook solistisch. Tijdens haar werk moet ze wel terug kunnen vallen op collega’s bij bijvoorbeeld extreme agressie van cliënt of naastbetrokkenen. 
De begeleider gehandicaptenzorg werkt meestal onder regie en eindverantwoordelijkheid van het team of van een functionaris van de organisatie. 
Relevante informatie, die ze tijdens haar werkzaamheden verkrijgt, geeft ze door aan haar leidinggevende, (multidisciplinair) team en collega's.

Begeleider specifieke doelgroepen

Typerend voor de begeleider specifieke doelgroepen is dat zij cliënten ondersteunt van alle leeftijden met (chronische) aandoeningen zoals psychiatrische en psycho-geriatrische stoornissen, bijvoorbeeld in de ouderenzorg, bij mensen met een niet aangeboren hersenletsel (NAH), geestelijke gezondheidszorg (GGZ) of maatschappelijke zorg. Zij richt zich afhankelijk van de cliënt of situatie op herstel, behoud of ontwikkeling van de zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren.

Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De begeleider specifieke doelgroepen biedt zelfstandig of in teamverband zorg en ondersteuning aan specifieke doelgroepen. Ze is verantwoordelijk voor haar eigen werkzaamheden met betrekking tot verzorging, begeleiding en ondersteuning van de cliënt. Ze maakt vaak deel uit van een (multidisciplinair) team. Het team is als geheel betrokken bij de ondersteuning van de cliënt c.q. de groep cliënten. Als ze solistisch werkt, moet ze terug kunnen vallen op collega’s bij bijvoorbeeld extreme agressie van cliënt of naastbetrokkenen. De begeleider specifieke doelgroepen werkt onder regie en eindverantwoordelijkheid van het team of van een functionaris van de organisatie.
Relevante informatie, die ze tijdens haar werkzaamheden verkrijgt, geeft ze door aan haar leidinggevende, (multidisciplinair) team en collega's.

Mogelijkheid voor diploma Maatschappelijke Zorg en Verzorgende niveau 3

Studenten MZ krijgen de gelegenheid om de opleiding met dubbelkwalificering af te sluiten. Dit wil zeggen dat jij als student de gelegenheid krijgt om zowel het diploma maatschappelijke zorg te behalen als het diploma Verzorgende. De dubbelkwalificering heeft een meerwaarde voor zowel voor jou als het werkveld.
Als jij zowel de zorg als agogische competenties goed beheerst, heeft dit meerwaarde voor het werkveld en biedt het een breder arbeidsmarktperspectief. De arbeidsmarkt vraagt om werknemers die beide competenties beheersen.

VZ en MZ 3 dubbelkwalificering omvat :

- Verzorgende-IG branche VVT (Verpleeg- en Verzorgingstehuizen) met MZ begeleider Specifieke Doelgroepen.

- Verzorgende IG branche GHZ met MZ Begeleider gehandicaptenzorg.

Voor de verantwoording van de twee opleidingen is één opleiding/crebo uitgangspunt en de andere opleiding is de aanvullen/extra opleiding die men ook verantwoordt. In de OOK (onderwijsovereenkomst) en in de OER (onderwijs- en examenregeling) worden beide opleidingen/crebo’s opgenomen.