Pedagogisch Werk

Crebocode 25696 Leerweg BOL/BBL Niveau 3

Aanvullende informatie over jouw opleiding

Talentgericht onderwijs binnen team PW
De opleiding Pedagogisch Werk werkt vanuit de talentgerichte benadering van Luk Dewulf. Dit houdt in dat het lerarenteam kijkt naar wie jij bent als mens. Door middel van zogenoemde talentgesprekken leren we jou kennen. Gaande de opleiding helpen wij je die talenten versterken en inzetten in het werkveld en in je persoonlijke leven.

Onze kijk op talent
Wij gaan ervanuit dat iedereen over talenten beschikt. Talent is er pas als iemand anders het ziet, het is voor jou waarschijnlijk heel gewoon. Dat klinkt dubbel, iets dat heel gewoon is voor jou, kan een talent zijn. Als je iets doet wat je goed af gaat, je weinig moeite kost, je er blij van wordt dan is de kans groot dat wij dat als een talent zien.
We kijken naar jou en wat er wél is en hoe je jouw talenten kan inzetten in je (toekomstige) beroepspraktijk.

Loopbaanontwikkeling begeleiding (LOB)
Als je aan een beroepsopleiding begint, start ook je loopbaan. Het vak LOB krijg je iedere week en je krijgt begeleiding van je LOB’er. Je leert wie je bent, wat je kan en aan wie je hulp kunt vragen bij loopbaanvragen. Bij LOB komen studievaardigheden, persoonlijke ontwikkeling en beroepshouding aan bod.

Gesprekken
Per jaar heb je drie LOB-gesprekken met je begeleider, binnen de opleiding Pedagogisch werk doen wij dat d.m.v. talentgesprekken. Tijdens die gesprekken reflecteer je o.a. op leermomenten die je op je stage, school of buiten school hebt opgedaan.

Ervaringsdocument
Aan het eind van de opleiding rond je LOB af met een gevuld ervaringsdocument waarin jij laat zien dat je aan de vijf loopbaancompetenties hebt gewerkt. Zie voor meer informatie het examenplan.

  1. Kwaliteitenreflectie

  2. Motievenreflectie

  3. Werkexploratie

  4. Loopbaansturing

  5. Netwerken

Toelichting Taaleis IKK
De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) bepaalt dat alle pedagogisch medewerkers vanaf 2025 de Mondelinge vaardigheden Nederlands (spreken, gesprekken voeren en luisteren) op minimaal niveau 3F moeten beheersen om hun beroep uit te kunnen oefenen. Achterliggende gedacht is dat mondelinge vaardigheden op dit niveau nodig zijn om jonge kinderen te kunnen stimuleren in hun taalontwikkeling.

Verklaring Omtrent gedrag (VOG)
Voor een stage in de kinderopvang heb je een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nodig.
Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat je gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een bepaalde taak of functie in de samenleving.

Het formulier voor het aanvragen van een VOG kun je ontvangen bij het BPV-bureau SOMWG in OLF-1.001 of via bpv-somwg@deltion.nl. De aanvraag wordt gedaan op het gemeentehuis, de kosten bedragen ongeveer 40 euro en komen voor rekening van de student. De CAO kinderopvang vermeldt dat instellingen voor kinderopvang de kosten voor aanvraag van een VOG vergoeden. De VOG kan ook via een kinderopvangorganisatie worden aangevraagd.

Personenregister Kinderopvang
Studenten die in de kinderopvang stage lopen moeten opgenomen worden in het Personenregister kinderopvang van DUO, hiervoor heb je een recente VOG nodig. Je wordt bij de aanmelding en intake geïnformeerd over het aanvragen van een VOG en het aanmelden voor het Personenregister Kinderopvang. De kosten bedragen ongeveer 15 euro. De CAO kinderopvang vermeldt dat instellingen voor kinderopvang de kosten voor aanmelding Personenregister Kinderopvang vergoeden.

Eigenschappen
Het beroep van pedagogisch werker houdt in dat je met kinderen, collega’s, ouders/ verzorgers en anderen werkt. Deze personen kunnen uit alle lagen van de bevolking komen en verschillende culturele achtergronden hebben.
Het gaat om de volgende eigenschappen:

  • goed met kinderen/mensen om kunnen gaan;

  • respect hebben;

  • betrouwbaar en geduldig zijn;

  • stevig in je schoenen staan en tal van andere eigenschappen hebben (of ontwikkelen) om geschikt te zijn voor het beroep;

  • initiatief nemen;

  • zelfstandig werken;

  • communicatief zijn;

  • plannen en organiseren;

  • sociaal zijn.

Tijdens de opleiding wordt duidelijk of je deze eigenschappen voldoende hebt ontwikkeld en dus geschikt bent voor het beroep.

Opbouw van de opleiding
Het eerste jaar van de opleiding Pedagogisch Werk is een basisjaar. De prestatie van een student kan aan het einde van het eerste jaar aanleiding geven tot een advies voor het wisselen van niveau. Het docententeam neemt tijdens de overgangsvergadering hierover de beslissing.

E isen met betrekking tot een studieadvies*­
Om toegelaten te worden tot een volgend leerjaar moet je aan de volgende voortgangseisen voldoen.

  • Voorwaardelijk ontwikkelingsgerichte toetsing per leerjaar 100% voldoende

  • Presentie tijdens de lessen (90%)

  • Praktijkexamens per leerjaar voldoende

  • Bpv voldoende voortgang

  • Generieke vakken voldoende voortgang

* De docentenvergadering neemt de uiteindelijke beslissing en kan hiervan afwijken.

Toelichting eisen:

Presentie
Aanwezigheid volgens de Deltionnormen.

Praktijkexamens

Bol-opleiding
In leerjaar 1 worden geen praktijkexamens afgenomen.
Overgangseis: Leerjaar 2 naar leerjaar 3: de praktijkexamens 'Pedagogisch klimaat' en 'Ontwikkeling stimuleren' zijn minimaal met een voldoende afgerond.

Bbl-opleiding
Na een inwerkperiode start je met het voorbereiden en afleggen van praktijkexamens. Je kunt pas doorgaan naar het profieldeel van de opleiding als de profielonafhankelijke praktijkexamens “Pedagogisch klimaat” en “Ontwikkeling stimuleren” minimaal met een voldoende zijn afgerond

BPV
In leerjaar 1 en 2 wordt de BPV beoordeeld. Deze beoordelingen zijn ontwikkelingsgericht en zeggen iets over de geschiktheid van de student voor het beroep.
In leerjaar 3 wordt de BPV twee keer beoordeeld, in periode 3.2 en 3.4. Deze beoordelingen zijn kwalificerend en opgenomen in het examenplan. De uiteindelijke beoordeling kan onvoldoende, voldoende of goed zijn, zie onderstaande cesuur.

Periode 3.2

Periode 3.4

Eindbeoordeling BPV

O

O

O

V

O

O

G

O

O

O

V

V

O

G

V

V

V

V

G

V

V

V

G

G

G

G

G

Generieke vakken (Flankerend onderwijs)­
Je moet in leerjaar 1 voldoende voortgang en ontwikkeling hebben getoond voor de vakken Nederlands, rekenen en burgerschap om over te gaan naar het tweede leerjaar.