Artiesten (Acteur)

Crebocode 25651 Leerweg BOL Niveau 4

Schema kerntaken en werkprocessen voor jouw opleiding

Het basisdeel:

B1-K1: Positioneert zich als professional in het werkveld

Er zijn veel complexe factoren in het spel die maken of een artiest ook daadwerkelijk een plek vindt in het werkveld en daarmee in de markt. De artiest moet zijn eigen talent goed kennen om zich te kunnen positioneren in het werkveld. Hij moet weten in hoeverre zijn artistieke kwaliteiten onderscheidend zijn. Zo nodig moet hij met nieuwe concepten kunnen komen (waar nog geen publiek voor was) en een eigen markt kunnen creëren. Het positioneren van de artiest is een niet voorspelbaar en niet-routinematig proces dat naast fysieke, artistieke en mentale vaardigheden ook vraagt om brede kennis van de culturele sector en ondernemende vaardigheden. Bij het positioneren van zichzelf moet de artiest zowel zakelijk als artistiek kunnen werken en denken.

B1-K1-W1: Profileert zichzelf in de markt

De artiest denkt na over wie hij is, wat zijn talent is als artiest en hoe hij dit in de markt wil zetten. Hij ontwikkelt zijn artisticiteit en ontwikkelt een professionele identiteit gebaseerd op zijn eigen talent en zijn artistieke capaciteiten. De artiest stelt zichzelf duidelijke carrièredoelen en kiest een profilering die daarbij aansluit. Hij creëert creatieve content laat zijn artistieke vakmanschap zien waarmee hij zich onderscheidt in de markt. De artiest bepaalt op welk deel van de markt hij zich gaat richten.

B1-K1-W2: Ontwikkelt en onderhoudt een professioneel netwerk

De artiest onderzoekt waar hij zijn publiek/ doelgroep kan vinden en welke kanalen er zijn waar hij zijn product kan laten zien en er inkomsten uit kan genereren. Hij onderneemt activiteiten om deel uit te maken van en te participeren in deze kanalen en/of netwerken. Hij brengt waar mogelijk zichzelf en zijn producten onder de aandacht. Hij is alert op kansen en schat deze voor zichzelf in voor opdrachten.

B1-K1-W3: Organiseert zijn ondernemerschap

De artiest oriënteert zich op wet- en regelgeving, contracten, verzekeringen, ondernemingsvormen en de inschrijving bij de KvK. Hij onderzoekt gangbare tarieven in zijn werkveld, onderhandelt over tarieven en contractvoorwaarden met opdrachtgevers en maakt zo nodig offertes en facturen. De artiest zet een eenvoudige administratie op om de uitgaven en inkomsten bij te houden. De artiest oriënteert zich op mogelijkheden voor aanvullende financiering en gaat na wat voor hem mogelijk is.

Het profieldeel

P1-K1: Acteert in een professionele theater- of filmproductie

Het acteren in een professionele theater- of filmproductie vraagt van de acteur vele fysieke en mentale vaardigheden, zoals inzicht in de thematiek en de rol, creërend spelvermogen, discipline en concentratie, samenwerking, bij herhaling geloofwaardig over blijven komen. Al met al is dit een complexe combinatie aan vaardigheden. Het gaat hierbij om specialistische kennis en kunde die vooral is opgedaan door ervaring. De acteur kan een grote diversiteit aan acteervaardigheden laten zien. Dit betekent dat hij allerlei typen rollen neer kan zetten in een scala aan situaties. Hij moet goed kunnen samenspelen met zijn medespelers. Voor dit arsenaal aan vaardigheden is een uitgebreid, complex geheel aan kennis en ervaring nodig.

P1-K1-W1: Zorgt voor een optimale conditie

Als professional laat de acteur zien te beschikken over voldoende lichamelijke en mentale conditie. Om deze conditie te onderhouden, traint de acteur zijn stem en zijn fysiek. De acteur onderhoudt deze conditie zelfstandig. Ook zorgt hij voor een gezonde leefstijl.

P1-K1-W2: Onderhoudt en traint acteervaardigheden

Als professional onderhoudt en traint de acteur een diversiteit aan vaardigheden met betrekking tot zijn vakgebied. Hij analyseert rollen. Hij geeft rollen fysiek (lichaam en stem) en mentaal vorm. Hij speelt samen met zijn medespelers. Hij interpreteert scripts en teksten en geeft deze door middel van zijn spel vorm. De acteur hanteert passende speelstijlen. Hij traint geloofwaardigheid van het spel. Hij geeft de juiste focus op het juiste moment. Hij roept emoties op en geeft deze theatraal vorm.

P1-K1-W3: Ontwikkelt materiaal voor de dramatische context van de voorstelling of film

Als professional creëert de acteur aanbod voor theater of film op basis van een artistieke vraag. Hij onderzoekt de bron(nen) op diverse mogelijkheden. De acteur schept dit materiaal met zijn verbeeldingskracht en dramaturgisch inzicht. Hij gebruikt theatrale middelen betekenisvol.

P1-K1-W4: Werkt onder leiding van een regisseur

De acteur maakt zich scripts, teksten en aanvullende informatie eigen en memoreert deze ter voorbereiding op de voorstelling, opname of performance. Hij verdiept zich in de omstandigheden, karaktereigenschappen, motieven en het gedrag van zijn rol. Hij bespreekt met de regisseur wat van hem wordt verwacht. Hij zoekt en creëert een vorm voor de inhoud van de theater- of filmproductie. In het repetitieproces spreekt hij met de regisseur op professionele wijze over de inhoud en de vorm van de voorstelling. Hij werkt professioneel samen met alle betrokkenen bij de productie.

P1-K1-W5: Speelt in de theater- of filmproductie

De acteur toont zijn rol in de productie aan het publiek of toont zijn rol voor de camera. Hij levert continu de gewenste kwaliteit, ook bij herhaling van de productie. Hij is erop gericht om met zijn spel het gewenste effect op het publiek te bereiken. Hij blijft rolvast en maakt de ontwikkeling van zijn rol zichtbaar. Hij improviseert wanneer de situatie daarom vraagt. Hij gaat professioneel om met de productietechnische middelen.