Maatschappelijke Zorg

Crebocode 25779 Leerweg BOL/BBL Niveau 4

Op welke wijze betrekt de opleiding de ouder(s)/verzorger(s)/begeleider(s)

We maken een onderscheid in:

  • studenten die 18 jaar of jonger zijn;

  • studenten die ouder zijn dan 18 jaar.

Je bent zelf medeverantwoordelijk voor het doorgeven van informatie en fungeert als schakel tussen de school en de ouders.

Studenten die 18 jaar of jonger zijn;

Een goed contact tussen school en ouders wordt erg op prijs gesteld. Dit contact kan gelegd worden door zowel de school als de ouders. Voor ouders van studenten is de aanspreekpersoon binnen de school de loopbaanontwikkelbegeleider.

Studenten die ouder zijn dan 18 jaar;

School communiceert met de studenten. Willen ouders toch geïnformeerd worden, dan zal dit in samenspraak met hun zoon/dochter moeten gebeuren. De zelfstandig wonende student geeft aan zijn loopbaanontwikkelbegeleider te kennen dat ook zijn ouders bij eventuele contacten betrokken willen worden.

Uitnodigingen voor ouders lopen via de student.

Vormen van contact.

Als studenten bij de ouders wonen en als zelfstandig wonende studenten hun ouders bij de contacten willen betrekken, dan zijn er vanuit de school meerdere vormen van contact met ouders mogelijk.

  • Informatieavond.

  • Ouderspreekavond

  • Over de vorderingen wordt aan de ouders informatie gegeven, de student kan die zelf laten zien via Osiris.

  • Incidentele informatie

Jaarlijks worden ouders van eerstejaars studenten in het najaar uitgenodigd voor een kennismaking met de school en de leraren van de opleiding. Deze vorm van contact heeft een informerend karakter.

Ongeveer halverwege het schooljaar is er een ouderspreekavond naar aanleiding van studieresultaten. Ouders kunnen samen met de student door de school uitgenodigd worden, maar kunnen ook zelf verzoeken om een gesprek met de loopbaanontwikkelbegeleider (of meer leraren).

De school zal ook contact zoeken met ouders als leraren vinden dat ouders op de hoogte gebracht moeten worden over het functioneren van hun dochter of zoon in de klas. Indien er tussentijdse aanleiding is (bijv. slechte resultaten, verzuim van de student), zal de school dus contact met de ouders opnemen. Ouders kunnen zelf initiatief nemen tot een gesprek met de loopbaanontwikkelbegeleider.

3.8. Aanvullende informatie over jouw opleiding

Studie- en beroepshoudingWerken in het de maatschappelijke zorg betekent direct werken met allerlei verschillende cliënten. Hierbij speelt de beroepskracht als persoon een essentiële rol. De kwaliteiten van de beroepskracht zijn van doorslaggevend belang bij het aangaan van een professionele relatie en bij het bereiken van de gewenste resultaten en doelenVanaf de start van de opleiding wordt er geoefend en gewerkt aan de beroepseisen en de daarbij behorende beroepshouding. Er wordt van je verwacht dat je bereid bent en laat zien dat je aan de beroepseisen werkt. Om je alle eisen eigen te maken wordt er vanaf het begin van de opleiding verwacht dat je ook op school het gewenste gedrag laat zien oftewel een goede studiehouding hebt, zowel naar medestudenten als naar de leraren. Studiehouding

De kern hierbij is dat je een beroepsopleiding gekozen hebt die bij je past en dat je verantwoordelijkheid neemt voor je eigen keuze. Kortom: je laat zien dat je kunt en wilt leren. Hieruit volgt dat je onder meer:

  • de regels en voorschriften van de school naleeft;

  • op tijd en positief aanwezig bent op school (Osiris);

  • respectvol naar anderen bent, ook bij gebruik van social media;

  • aanwezig bent tijdens de lessen en bij schoolactiviteiten;

  • actief betrokken bent tijdens de lessen;

  • feedback van leraren en medestudenten toepast;

  • communiceert en overlegt;

  • afspraken nakomt;

  • samenwerkt;

  • huiswerk maakt en opdrachten inlevert volgens de planning;

  • voldoende voortgang boekt (zichtbaar in Osiris);

  • regelmatig communiceert met je LOB-leraar.

  • regels en voorschriften van de instelling naleeft;

  • positief aanwezig bent op je BPV-instelling;

  • respectvol naar anderen bent, ook in de social media;

  • een positief voorbeeld bent voor de cliënt;

  • communiceert en overlegt over je functioneren, opdrachten en examens;

  • afspraken nakomt;

  • verantwoordelijkheid kan dragen;

  • kan samenwerken;

  • contacten kan leggen;

  • voldoende voortgang boekt (zichtbaar in Osiris);

  • jezelf representatief kleedt;

  • interesse toont in de instelling, collega’s en cliënten etc.

  • feedback van je praktijkbegeleiders toepast;

  • ontwikkeling laat zien in je professionaliteit.

Als beroepskracht worden er nogal wat eisen aan je gesteld. Beroepseisen laat je zien door de juiste beroepshouding. Door op school de juiste studiehouding te laten zien ontwikkel je de beroepshouding.

Beroepshouding

Hieruit volgt dat je onder meer:

De kern hierbij is dat je kunt functioneren op een bpv-plaats en om kunt gaan met cliënten, collega’s, leidinggevende en familie/ouders. Kortom: je laat zien dat je geïnteresseerd bent in het beroep en beschikt over basisvaardigheden die je kunt en wilt ontwikkelen.

Hepatitis B

Instellingen binnen de maatschappelijke zorg eisen steeds vaker van hun stagiairs/ medewerkers dat ze ingeënt zijn tegen Hepatitis B.

Bij niet-inenten loopt de stagiair niet alleen een gezondheidsrisico, maar ook het risico om voor een stageplaats afgewezen te worden, omdat de vaccinatie als eis gesteld wordt.

Het Deltion College adviseert, gezien de gezondheidsrisico's, de stagiair in deze sector zich te laten inenten. De keuze/verantwoordelijkheid hiervoor ligt echter bij de stagiair (en diens ouders/verzorgers).

De vaccinatie bestaat uit 3 injecties, waarna een bloedbepaling wordt gedaan.

Voor BOL studenten wordt de vaccinatieprocedure, mits deze op school door het Reisvaccinatiecentrum wordt uitgevoerd, vergoed door Deltion. Mocht men

onverhoeds hier niet aan deel kunnen nemen, kan de student contact opnemen met het Bpv-bureau SOMWG (OLF 1.001).

Mocht de opleiding, die de student volgt, niet voor vergoeding in aanmerking komen en worden deze onkosten niet door de stage-instelling vergoed, dan zou men voor een vergoeding bij de ziektekostenverzekeraar of reisverzekering kunnen informeren

Studievoortgang

Je bespreekt je (studie)voortgang regelmatig met je loopbaanontwikkelbegeleider. Je praat bijvoorbeeld over je leerervaringen binnen school, maar ook over je ervaringen tijdens de BPV. Je loopbaanontwikkelbegeleider helpt jou ook met het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en de planning van je leeractiviteiten. Wanneer meer specialistische hulp nodig is, dan kun je terecht bij het Studenten Succes Centrum.

Om te leren plannen en voor extra begeleiding in plannen en organiseren is er een huiswerkklas. De loopbaanontwikkelbegeleider kan je dringend adviseren om daarnaartoe te gaan en je kunt hier ook zelf voor kiezen.

Wanneer gedurende de opleiding blijkt, dat je deze beroepshouding niet ontwikkelt en je onvoldoende vorderingen maakt, krijg je een negatief bindend studieadvies. Wij denken dat je in dat geval niet in staat bent om de opleiding succesvol af te ronden. Als blijkt dat je na periode 1 en 2 al veel achterstand hebt, dan kun je geen stagelopen in leerjaar 2 en krijg je een dwingend persoonlijk advies.

Studieadvies (aanvullend op paragraaf bindend studieadvies)

Indien de leraren twijfelen aan je geschiktheid voor de opleiding op basis van je

studie- en beroepshouding vormen bovenstaande aandachtspunten de basis voor een gesprek.

Tijdens dit gesprek wordt samen met jou en, indien je nog geen achttien jaar bent, je ouders/verzorgers besproken of je de opleiding voort kunt zetten, de uitkomst van het gesprek kan zijn:

  • Positief: na een uitleg en bespreking ga je verder met de opleiding.

  • Twijfel: je krijgt een contract waarin afspraken staan. Als je je niet houdt aan dit contract wordt de OOK ontbonden.

  • Negatief: je stopt met de opleiding.

De regeling "bindend negatief studieadvies" kan dan in werking treden. Bij een negatief studieadvies wordt altijd de opleidingsmanager betrokken en de collegedirecteur.

Bijzonderheden/ Diversen

Studievertraging

Je kunt als student om verschillende redenen studievertraging oplopen. Je slaagt dan niet voor alle theorie- en BPVexamens binnen de bij de onderwijsovereenkomst behorende studieduur.

Indien de lerarenvergadering dit gewenst acht wordt een plan van aanpak schriftelijk vastgelegd en door de student ondertekend. Indien de student zich niet houdt aan het plan van aanpak kan de student uitgeschreven worden. In dezelfde vergadering wordt besloten of je het schooljaar opnieuw mag/kan doen, of dat je vanuit het 3e leerjaar overgaat naar de verlengklas. 

Overgangseisen voor de verlengklas:

  • Qua houding; zie paragraaf 3.8 over studie- en beroepshouding en;

    • Student moet zelfstandig kunnen werken;

    • Student moet om hulp kunnen vragen;

    • Er moet een basisbeoordeling zijn voor BPV leerjaar 2;

    • De student heeft een actueel POP waarin zijn proces beschreven staat.

    • Qua studievoortgang;

  • Je hebt meer dan 70% van de vakken in het derde leerjaar afgerond, dit is inclusief de generieke vakken.

  • Qua BPV voortgang;

  • Je hebt de BPV-periode van het 2e leerjaar voldoende afgerond, dus ook de basisexamens, en minimaal 60% van de BPV-uren van het 3e leerjaar gelopen. Profielafhankelijke examens, lintexamens en eindbeoordeling BPV kunnen worden afgerond in de verlengklas.

Voortgang naar leerjaar 2

Om met je studie door te kunnen van leerjaar 1 naar leerjaar 2 zijn overgangseisen geformuleerd. De student wordt besproken in de lerarenvergadering waarin onderstaande besproken wordt:

  • Je bent minimaal 80% aanwezig geweest in lessen, terug te zien in Osiris.

    • Je hebt minimaal 80% procent van de formatieve vakken voldoende afgerond (minimaal 5,5/V/G/VD)

    • Je studie- en beroepshouding voldoen aan de verwachtingen (zie paragraaf 3.8)

    • Je bent minimaal 80% aanwezig geweest in lessen, terug te zien in Osiris.

    • Je hebt minimaal 80% procent van de vakken van leerjaar 2 voldoende afgerond (minimaal 5,5/V/G/VD)

    • BPV van leerjaar 2 is met minimaal een voldoende afgerond, of er is voor 1 oktober (september instroom)/1 maart (februari instroom) van het 3e leerjaar zicht op afronding met minimaal een voldoende.

    • Je hebt alle vakken van het eerste leerjaar voldoende afgerond (minimaal 5,5/V/G/VD)

    • Je studie- en beroepshouding voldoen aan de verwachtingen (zie paragraaf 3.8)

Voortgang naar leerjaar 3

Om met je studie door te kunnen van leerjaar 2 naar leerjaar 3 zijn overgangseisen geformuleerd. De student wordt besproken in de lerarenvergadering waarin onderstaande besproken wordt:

Net niet behaald

Indien een student één van de onderdelen van de overgang naar een hoger leerjaar (net) niet behaald heeft wordt deze student besproken in de overgangsvergadering. Het oordeel van de overgangsvergadering is gebaseerd op diverse aspecten van het functioneren van de student:

  • Aanwezigheid

  • Studie- en beroepshouding (zie houdingskaart elders in de studiegids)

  • De algehele voortgang van de student (Osiris)

  • Persoonlijke omstandigheden

Het oordeel van de lerarenvergadering is bindend. De student kan éénmalig in beroep gaan tegen de beslissing bij de opleidingsmanager.

Inspanningsverplichting en resultaatverplichting

Om de opleiding te kunnen afronden wordt er van je verwacht dat je voldoet aan de inspanningsverplichting, en de resultaatverplichting. Inspanningsverplichting betekend dat je zichtbaar je best doet om het gevraagde resultaat te behalen.

Resultaatverplichting betekend dat we verwachten dat je voldoet aan het volgende; Tijdens de opleiding worden diverse vakken getoetst middels bijvoorbeeld toetsen en opdrachten. Deze meetmomenten geven de student inzicht in waar hij/zij staat in relatie tot kennis- en vaardigheidsbeheersing. Om aan te tonen dat dit in voldoende mate beheerst wordt door de student definiëren wij als opleiding de inspanningsverplichting voor formatieve vakken als volgt:

  • Een toets of opdracht die met een cijfer wordt afgerond dient met een 5,5 of hoger afgesloten te worden

    • Een toets of opdracht die met een letter (O, V of G) wordt afgerond dient met een V of G afgesloten te worden

    • Een toets op opdracht die met een voldaan/onvoldaan wordt afgerond dient met een voldaan (VD) afgesloten te worden

Indien het behaalde resultaat van de student lager is dan gesteld hierboven, is er in de regel niet voldaan aan de inspanningsverplichting en dient de student alsnog te voldoen zoals beschreven. Daarbij gelden in basis de afspraken (zaken als op tijd komen, recht op herkansingen, etc) zoals die ook voor summatieve toetsen gelden, conform Examenreglement Deltion en Handboek Examinering Deltion. Het niet op bovenstaande manier afronden van alle vakken maakt dat de student niet kan diplomeren.

De opleiding heeft als minimumeis dat een student 80% aanwezig is geweest bij het volgen van lessen, zoals aangeboden via het rooster en vastgelegd in Osiris. Bij het lager scoren van dit percentage kan dit gevolgen hebben voor de deelname aan de toetsing/examinering. Het meedoen aan een toets/examen kan worden geweigerd. De vakdocent beslist dit in overleg met het team.

Opnieuw instromen in de opleiding

Mocht je als student voor de tweede of derde keer instromen in de MZ4 opleiding, al of niet bij een andere opleidingsvariant, dan is er in overleg met je loopbaanontwikkelbegeleider de mogelijkheid om te kijken of er vrijstellingen voor formatieve toetsen gegeven kan worden. De resultaten die je tijdens je eerste instroom periode hebt behaald, kunnen daar mogelijk als basis voor gelden. Of dit kan of niet is o.a. afhankelijk van de tijd die er tussen de eerste en tweede start van de opleiding zit. De loopbaanontwikkelbegeleider bespreekt dit met de vakdocent en bij twijfel in de lerarenvergadering. Vrijstelling kan alleen gegeven worden op toetsing, niet op onderwijs, wat betekent dat je altijd de lessen moet volgen.

Verder leren

MBO

Overstappen binnen het MBO is mogelijk. Afhankelijk van de behaalde resultaten is een overstap bespreekbaar.

HBO

De kwalificaties op niveau 4 geeft in principe recht op doorstroming naar algemeen HBO. Sommige HBO-opleidingen (Social Work) die verwantschap vertonen kun je in 3 jaar volgen.