Schilderen (Schilder)

Crebocode 25589 Leerweg BOL/BBL Niveau 2

Aanvullende informatie over jouw opleiding

Als schilder houdt je bezig met het uitvoeren van onderhoudschilderwerk en nieuwbouwschilderwerk zowel binnen als buiten. Je werkzaamheden bestaan uit het voorbehandelen van ondergronden, verfsystemen aanbrengen, beglazingssystemen plaatsen, wanden afwerken, etc. Het kan voorkomen dat een ruit moet worden vervangen, of dat er een wand moet worden behangen. Soms zul je op de werkplaats werkzaam zijn, maar meestal ben je op locatie aan het werk. Je voert je werkzaamheden uit onder begeleiding of in teamverband.

Als schilder moet je netjes en zorgvuldig werken. Ook werk je nauwkeurig bij het verdunnen of op kleur brengen van verf of bij het schilderen van delen met meerdere kleuren. Enig kleurgevoel is een vereiste.

De schilder (niveau 2) moet zich houden aan bedrijfsrichtlijnen en normen en richtlijnen op het gebied van vaktechniek, Arbo, milieu en veiligheid. De Schilder ontvangt specifieke normen en richtlijnen meestal van zijn leidinggevende, een gezel schilder niveau 3 moet zelf op de hoogte zijn van deze richtlijnen.

LOB binnen V&A

Binnen Verf en Applicatie vinden wij het belangrijk dat jij als student je goed ontwikkeld. Zowel in de beroepscontect als in je persoonlijke ontwikkeling als mens. Om op alle ontwikkelingsfases je te begeleiden, gebruiken wij LOB als instrument en voor de student zijn dit mooie handvatten om eens verder te kijken/oriënteren en te reflecteren,  om jouw verder te helpen in jouw ontwikkeling als mens en beroepskracht.

Wat is LOB?

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding is er om jongeren te helpen ontdekken wie ze zijn en waar hun talenten en motivatie liggen, en om ze te ondersteunen bij de oriëntatie op een toekomstig beroep en/of passende vervolgopleiding.

Voor het aansturen en ondersteunen van de student is het zaak de student te zien en te volgen middels loopbaangesprekken. De rol van LOB-er is ‘breder’. Binnen TGO zien wij binnen het LOB-schap een onderscheid tussen drie rollen: 

1. die van de LOB-er als eerste aanspreekpunt en vraagbaak;   

1. die van de LOB-er als begeleider;  

1. die van de LOB-er als coach.  

De LOB-er als eerste aanspreekpunt en vraagbaak

In de eerste rol onderkennen we het feit dat een LOB-er voor een student vaak de eerste contactpersoon van de opleiding is. Of het nu gaat over roosters, opleidingsvragen, activiteiten etc. De LOB-er is vaak de linking pin tussen de informatie die vanuit de opleiding naar de student gecommuniceerd wordt en visa versa, de vragen die een student heeft over de opleiding.   

De LOB-er als begeleider

In de tweede rol onderkennen we de taak die een LOB-er heeft in het volgen en bewaken van de studievoortgang van een student. In afstemming met de student en collega’s om een vinger aan de pols te houden waar het doorlopen van de studie aangaat, waar nodig extra ondersteuning (bijvoorbeeld d.m.v. het SSC) organiseren of juist extra uitdaging aanbrengen in het studieprogramma.    

De LOB-er als coach 

De laatste rol is die van de coach die een student niet alleen begeleid door de studie heen, maar hem of haar ook ondersteunt in zijn/haar persoonlijke ontwikkeling. Die meedenkt, aanmoedigt en coacht in het ontdekken van eigen kwaliteiten en affiniteiten. Een coach die een student helpt om uiteindelijk als zelfbewuste beroepskracht én deelnemer aan de samenleving de opleiding te verlaten (Kuijpers, 2000).  

Om de LOB-begeleiding enigszins doelmatig te maken zijn drie kenmerkende fases opgesteld die structuur bieden aan de LOB-begeleiding.  

LOB-fases in de opleidingen

Deltion onderscheidt in de begeleiding van de student drie fases. 

• Oriëntatiefase; 

• Ontwikkelfase; 

• Afrondings- en vervolgfase. 

Oriëntatiefase 

In deze fase gaat het erom dat de student een beeld van zichzelf, het beroep en de opleiding ontwikkelt. Aan het eind van deze fase is de student in staat een voor dat moment beargumenteerd antwoord te geven op de vragen: Zit ik op de goede plek? Heb ik de goede keuze gemaakt? Wil ik hier verder? 

Ontwikkelingsfase

In deze fase gaat het erom dat de student zijn (loopbaan)ervaringen binnen de opleiding en binnen de beroepspraktijk gaat verdiepen. Hij doet tijdens deze fase ervaringen op die als basis gebruikt worden voor de loopbaanbegeleiding. In dialoog met zijn begeleider geeft de student betekenis aan en reflectie op zijn ervaringen. Door te generaliseren en te benoemen in welke andere situaties deze ervaringen meer naar voren komen, kan de student vervolgens woorden geven aan zijn kwaliteiten en motieven. Door deze hierna bewust in te zetten in het werk(veld), doet de student weer nieuwe ervaringen op die hem steeds meer in staat stellen om de betekenis van het werk(veld) – en de opleiding – voor hemzelf te ontdekken. ​​​​​​​ 

Afrondings- en vervolgfase

In deze fase heeft de student al het grootste gedeelte van zijn opleiding achter de rug. Als het goed is heeft hij voldoende praktijkervaringen opgedaan om te gaan kiezen wat hij wil: verder studeren of de stap naar de arbeidsmarkt maken. De vragen die de student aan het einde van deze fase kan beantwoorden zijn: Wil ik verder gaan studeren of wil ik de arbeidsmarkt op? Wat kan ik doen om erachter te komen welke studie ik wil gaan doen of welke baan ik zou willen? Zijn er nog andere mogelijkheden die ik wil onderzoeken, behalve verder studeren of werken? 

Tijdens de oriëntatiefase zal een LOB-er meerdere contactmomenten met de student hebben. Binnen het college is het uitgangspunt doelgerichte loopbaangesprekken te voeren in het eerste jaar. TGO adviseert de teams hierbij het volgende:  

• Kennismakingsgesprek in de eerste 5 weken  

• eventueel op basis van het ingevulde paspoort voor succes 

• Studievoortgangsgesprek vanaf drie maanden; 

• volgen van het Deltion bindend studieadvies BSA-proces. 

Tijdens de ontwikkelingsfase zal de student zich verder ontwikkelen door het opdoen van (gerichte) ervaringen. De student verdiept zich in het beroep en onderzoekt de toekomstmogelijkheden. De student gaat gericht ervaringen opdoen tijdens BPV en keuzes maken van verdieping en verbreding van de opleiding d.m.v. keuzedelen.  

• Dit traject wordt begeleid door ‘just in time’ loopbaangesprekken.  

Tijdens de afrondingsfase van de opleiding worden vervolgstappen doorgesproken. Voor de student staat netwerken centraal en afwegingen maken.  

• Dit traject wordt ook begeleid door ‘just in time’ loopbaangesprekken. 

• LOB komt terug tijdens je BPV begeleiding

• LOB lessen

• Aan het einde van je opleiding heb jij je plus minus 6 loopbaan gesprekken ingevuld en besproken. En weet je dat je op jouw juiste weg zit in je ontwikkeling als mens en beroepskracht.