Tegelzetten (Tegelzetter)

Crebocode 25827 Leerweg BOL/BBL Niveau 2

Afronding/Beoordeling

De student toont met een mix van examenvormen (methodenmix) aan dat hij aan de kwalificatie-eisen voor het beroepsgerichte deel voldoet.

Praktijkexamen

Met een praktijkexamen wordt geëxamineerd of de student in kenmerkende en zo mogelijk kritische beroepscontexten en -situaties bepaalde beroepsvaardigheden correct en adequaat uitvoert conform de vereiste beoordelingscriteria (vaardighedendemonstratie) en professioneel handelt conform de vereiste beoordelingscriteria (gedragsassessment).

  • Eén praktijkexamen bestaat uit één opdracht die op één examenmoment wordt uitgevoerd.

  • Eén praktijkexamen bestaat uit één opdracht met meerdere examendelen die op één examenmoment worden uitgevoerd.

Praktijkexamens kunnen voor een deel afgenomen worden in de beroepspraktijk en voor een deel in een geconditioneerde omgeving. Uitgangspunt hierbij is dat een substantieel deel van de praktijkexamens in een geconditioneerde omgeving worden uitgevoerd. Opleiders bepalen in onderling overleg waar het praktijkexamen wordt uitgevoerd. De uitvoeringslocatie is voor het melden van het praktijkexamen bekend.

Bij een praktijkexamen dat bestaat uit meerdere deelexamens, wordt de locatie per deelexamen bepaald. Bij een praktijkexamen in een geconditioneerde omgeving moeten de omstandigheden de reële beroepspraktijk zoveel mogelijk benaderen.

Het resultaat van de praktijktoets wordt vastgelegd in de trajectmap. De praktijktoets moet altijd met een voldoende (≥ 5,5) worden afgerond.

Theorie-examen

Met een theorie-examen wordt de kennis geëxamineerd op het niveau en in de omvang van een exameneenheid. Het gaat hier om de noodzakelijke kennis om te kunnen anticiperen op verschillende praktijksituaties en het inzicht in het waarom van het handelen in de verschillende praktijksituaties en bestrijkt minimaal de expliciet in het kwalificatiedossier beschreven kennis.

  • De theorie-examens bestaan uit meerkeuzevragen en kunnen zowel schriftelijk als via beeldscherm worden afgenomen. Het theorie-examen moet altijd met een voldoende (≥ 5,5) worden afgerond.

Bij het bepalen van het kerntaakcijfer telt het praktijkresultaat 3 keer en het theorieresultaat 1 keer mee.