Algemene
informatie gids
Dakdekken (Dakdekker riet)
Crebocode 25090 Leerweg BBL Niveau 2
Afronding/Beoordeling
De student toont met een mix van examenvormen (methodenmix) aan dat hij aan de kwalificatie-eisen voor het beroepsgerichte deel voldoet.
Praktijkexamen
Met een praktijkexamen wordt geëxamineerd of de student in kenmerkende en zo mogelijk kritische beroepscontexten en -situaties bepaalde beroepsvaardigheden correct en adequaat uitvoert conform de vereiste beoordelingscriteria (vaardighedendemonstratie) en professioneel handelt conform de vereiste beoordelingscriteria (gedragsassessment).
-
Vier praktijkexamens bestaat uit één opdracht.
Praktijkexamens kunnen zowel voor een deel afgenomen worden in de beroepspraktijk als voor een deel in een geconditioneerde omgeving. Opleiders bepalen in onderling overleg waar het praktijkexamen wordt uitgevoerd. De uitvoeringslocatie is voor het melden van het praktijkexamen bekend.
Bij een praktijkexamen dat bestaat uit meerdere deelexamens, wordt de locatie per deelexamen bepaald. Bij een praktijkexamen in een geconditioneerde omgeving moeten de omstandigheden de reële beroepspraktijk zoveel mogelijk benaderen.
De organisatie van de praktijk- en theorie-examens gebeurt onder verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling in een passende omgeving.
Drie van de vier toetsen dienen in de beroepspraktijk te worden afgelegd en worden door de leermeester/beroepspraktijkbegeleider beoordeeld. De andere toets mag in een gesimuleerde arbeidssituatie (examencentrum) afgelegd worden. In de gesimuleerde arbeidssituatie wordt de toets in een leerlingwerkplaats (examencentrum) beoordeeld door de instructeur van het samenwerkingsverband, toetsen op locatie van het ROC worden de toetsen door een leraar / instructeur beoordeeld.
Het resultaat van de praktijktoets wordt vastgelegd in de trajectmap. De praktijktoets moet altijd met een voldoende (≥ 5,5) worden afgerond.
Theorie-examen
Met een theorie-examen wordt de kennis geëxamineerd op het niveau en in de omvang van een exameneenheid. De tabel in hoofdstuk 2 geeft aan welke theorie-examens moeten worden afgenomen.
Het gaat hier om de noodzakelijke kennis om te kunnen anticiperen op verschillende praktijksituaties en het inzicht in het waarom van het handelen in de verschillende praktijksituaties en bestrijkt minimaal de expliciet in het kwalificatiedossier beschreven kennis.
-
De theorie-examens bestaan uit meerkeuzevragen en kunnen zowel schriftelijk als via beeldscherm worden afgenomen. Elk theorie-examen moet met een voldoende (≥ 5,5) worden afgerond.
Bij het bepalen van het kerntaakcijfer telt het praktijkresultaat 3 keer en het theorieresultaat 1 keer mee.